ENKELE REIS BEETHOVEN
ENKELE REIS BEETHOVEN
'Zullen we een sherrietje nemen?'
'Een sherrietje? O meid, dat is wel heel erg jaren zeventig.'
'Ja, weet je nog? Om vijf uur al die vrouwen aan de sherry en om zes uur lallend achter het fornuis.'
'Maar waarom niet? Laten we eens gek doen.'
Haar breekbare gestalte wekte niet de indruk dat ze met de regelmaat van de klok uit de band sprong. Voor een sherrietje wilde ze blijkbaar wel een uitzondering maken. Hè ja, laten we eens gek doen.
Bij een zwierig laverende ober in een keurig zwart jasje, dat hem als gegoten zit en dat hij ongetwijfeld in het bijzijn van z'n moeder had gekocht, bestellen ze twee sherry's.
'Waar was ik gebleven?' zegt de vrouw op wie moeder natuur zich heerlijk had uitgeleefd. Ze bezat van alles, van alles genoeg en alles op de juiste plek. Een meid om in te klimmen, zouden ze in Amsterdam zeggen.
'Bij internet,' zegt haar overbuurvrouw.
'Ja, je hebt gelijk, bij internet. Ik dacht dus bij mezelf: je hebt nu lang genoeg droog gestaan, laten we daar eens iets aan gaan doen.'
'Hoelang is Pim nu al dood?'
'Bijna tien jaar en het wordt wel weer eens tijd, dacht ik zo.'
'Je bent net vijfenzestig, dus kansen genoeg. Ja toch?'
'Ik dus aan het surfen op een datingsite. Nou meid, je weet niet wat daar voorbij komt. De een nog lelijker dan de ander. Ik schrok me kapot.'
'Alle mooie mannen snoepen ze er als eerste uit,' zegt haar vriendin, 'de kneusjes blijven over.'
'Waar blijft die sherry eigenlijk?' zegt haar tafelgenote, terwijl ze zich omdraait om te kijken of de ober al in aantocht is. 'Moeten die druiven nog geplukt worden?'
Op hetzelfde moment komt de ober met een dienblad in hun richting en zet twee glaasjes gevuld met sherry op het tafeltje.
'Nou, proost meid, dat het je nog lang mag smaken.'
'Ik zag door de bomen het bos niet meer, dus ik heb op een gegeven moment gewoon iemand aangeklikt.'
'Leuke man?'
'Geen flauw idee, er stond geen foto bij. Ik dacht bij mezelf: lelijker dan die andere kerels kan hij bijna niet zijn. Ik neem de gok. Afijn, nooit meer aan gedacht natuurlijk. Word ik op een ochtend gebeld door een vent, die zei dat hij reageerde op mijn reactie. Ik begreep er helemaal niets van. Reactie? Wat voor reactie in hemelsnaam? Ik heb eerst de stofzuiger maar eens uitgezet en ben er even voor gaan zitten. Het bleek dus te gaan om die datingsite. Was ik natuurlijk allang weer vergeten.'
'Als ik een stem door de telefoon hoor van iemand die ik niet ken, dan heb ik daar meestal een beeld bij. Heb jij dat ook?'
'Mens, ik zat midden in het stoffen en zuigen, dan staat mijn hoofd helemaal niet naar kerels. Ik moet zien dat ik de boel schoon krijg. Maar goed, hij wilde me wel ontmoeten, zei hij. Wil je wel geloven dat ik het opeens Spaans benauwd kreeg? Maar ja, ik had a gezegd en nu moest ik natuurlijk ook b zeggen.'
'Spannend,' zegt haar overbuurvrouw, die nog een slok van haar sherry neemt.
'Hij wilde me ontmoeten op een terrasje. Ik dacht: dat is mooi, dan zorg ik dat ik er op tijd ben, dan kan ik hem aan zien komen en in het niets verdwijnen als hij me niet aanstaat. Afijn, ik zit daar, word ik opeens op mijn schouder getikt. Hij kwam van achteren en daar had ik geen rekening mee gehouden.
'Hoe zag hij eruit?'
'Praat me er niet van. Mager, zal ik je vertellen, máááger. Wat heet máger, ik keek dwars door 'm heen.'
'Hij zegt: "Ben jij Gerda van Duivenbode?"
Ik wilde "nee" zeggen, maar dat bleef me in m'n strot steken. "Ja," zeg ik dus. Hij stelde zich ook voor: "Gijsbertus Hendrikus van Lingen, zeg maar Gijs." Mijn hemel, hoe verzin je 't? Hij stond er een beetje lullig bij. Een soort boekhoudertje met geitenwollensokken. Zoiets dus.'
'Lekker stel,' vindt haar vriendin, die het helemaal voor zich ziet.
'Hoe dan ook, wij samen koffie gedronken, beetje gebabbeld, best wel leuk eigenlijk. Maar mijn hemel, wat was die vent mager zeg en hij had ook van die enge vingertjes. Je weet wel, van die lange dunne, beetje griezelig.'
'Gatver. Zullen we nog een sherry bestellen?'
Bij de ober die op dat moment voorbij zweeft, worden nog twee sherry's besteld.
'Maar lang verhaal kort, toen de koffie op was, zegt 'ie: "Ik ga jou deze week nog bellen en dan heb ik een verrassing." Ik wilde nog zeggen: "Nee, laat maar." Maar dat vond ik ook weer zo zielig. Zo'n gratenpakhuis was natuurlijk hartstikke blij dat hij eindelijk een date had en ik wilde hem niet teleurstellen. Ik denk: na de verrassing zeg ik hem wel dat hij m'n type niet is. En dan … bonjour mon amour.'
'En, belde hij?'
'Ja, verdorie, de volgende dag al. Hij had zeker haast. Hij zou me de andere avond om zeven uur ophalen en dan zou hij me meenemen naar een concert. Hij wilde niet zeggen wat voor concert, maar hij garandeerde dat ik ervan zou genieten. Nou ben ik altijd wel in voor een stukje muziek, dus ik denk: ik laat me verrassen. Afijn, de volgende dag tegen zeven uur zit ik pontificaal aangejurkt te wachten. Ik had me mooi opgemaakt en had een lekker kort rokje aangetrokken, een aardig stukje boven de knie. Die zien er nog goed uit, dus ik dacht: laat maar zien die handel. Ik had een heel strak truitje aan met een lekker laag decolleté. Ik dacht bij mezelf: dan komen de jongens ook weer eens aan de frisse lucht. Precies om zeven uur wordt er gebeld. Ik doe de deur open en daar staat magere Hein met een bos bloemen. Z'n ogen vielen zowat uit z'n kassen en z'n bek viel heel langzaam open. Ik dacht: nog effe en hij wil helemaal niet meer naar dat concert. Hij kleedde me zowat uit met z'n ogen en er wás al niet veel uit te kleden, dus ik denk: effe snel handelen nu. Ik als een bezetene die bloemen in een vaas gezet, m'n jas aan en hup naar buiten. Wij met de auto onderweg. Zie ik opeens het Concertgebouw en ik voelde onmiddellijk aan m'n water dat dit helemaal fout zou gaan, maar ja, ik kon moeilijk weer terug. "Wij gaan," zegt die slome, "genieten van Beethoven." Ik had geen idee wie dat was, maar ik denk: ik zie het vanzelf wel. Wij naar binnen, jassen afgeven, kopje koffie gedronken, en overal van die klassieke hotemetoten, je kent dat wel, de serieusheid spatte er vanaf, allemaal van die zuinige bekkies. Een klein half uurtje later zitten we in de zaal en ik moet zeggen … indrukwekkend. Een grote zaal, mooie stoelen en een podium, met aan weerszijden trappen. Overal muziekstandaards en op het podium allemaal mannen en vrouwen in het zwart. "Het lijkt wel een crematie," zeg ik tegen 'm. "Dat is gebruikelijk," zei die. "De leden van het Concertgebouworkest zijn altijd in het zwart gekleed." "Nou," zeg ik, "eerlijk gezegd heb ik niet zoveel ervaring met de leden."
Naast mij zat een vrouw die mij heel afkeurend bekeek en ze trok een bek alsof ze een litertje zoutzuur had opgelepeld. Zo'n omhooggevallen hockeytrut, je kent dat wel. Ik denk: negeren die handel.
"Beethoven was stokdoof," zegt magere Hein. "En juist tijdens deze doofheid schreef hij zijn mooiste werken." Op het podium gaat een vent staan en die blaast op een toeter, steeds maar één toon, ik werd er helemaal ibbel van.
"Kan 'ie niet meer spelen dan alleen die ene toon?"
"Dat is de hoboïst," zei Gijs, "hij speelt de a en iedereen in het orkest stemt zijn instrument daarop af." Ik dacht: als ze na die a nog het hele alfabet af gaan werken, dan zijn we hier voorlopig nog wel even zoet. Aan de andere kant, die stoelen zaten hartstikke lekker.'
'Weet je wat,' zegt haar overbuurvrouw, 'we nemen er nog één om 't af te leren. Wat jij meid?'
'Opeens gaat daar boven een deur open en komt een vent van die trap af. Iedereen begon te klappen. Vraag me niet waarom, want die gozer had nog niks gepresteerd. Hij gaat op zo'n verhoginkje staan, buigt als een knipmes, begint te zwaaien met z'n stokje en er kómt me toch een bak herrie op me af. Ik schrok me kapot. Ik zat helemaal stijf op m'n stoel, alsof ik onder stroom stond. M'n hart ging tekeer en ik dacht: als dit zo doorgaat ga ik hier ter plekke gestrekt. Ik zeg: "Je kunt wel horen dat die vent doof was en als ik hier heel lang moet zitten ben ik dat de rest van m'n leven ook." Dat mens naast me kijkt me aan met een giftige blik en maakt met haar wijsvinger tegen haar lippen duidelijk dat ik stil moest zijn. "Ik zeg al niks meer," zeg ik, maar dat was dus ook niet goed. Ik denk: je bekijkt het maar … concertmuts. Afijn, die herrie bleef maar aan de gang en ik begon me stierlijk te vervelen. Nu had ik twee zakjes chips in m'n tas gedaan. Dat deed ik ook altijd bij concerten van Koos Alberts. Op een gegeven moment wil je iets te knabbelen hebben. Natuurlijk zaten die zakjes helemaal onderin en ik moest eerst de halve inhoud op m'n schoot uitstallen. Zij weer kijken, maar ik dacht: ik doe net of m'n neus bloedt. Zakjes eruit gepeuterd en Gijs wilde niet. Nou, dan niet, heb ik twee zakjes, ja toch? Ik zit hartstikke lekker te knabbelen, zegt die troel naast me: "Mevrouw, zou u daar ogenblikkelijk mee willen stoppen?"
"Waarom?" zeg ik.
"Omdat dit ongepast is bij een concert.
Ik zeg: "Luister jij nou maar naar die herrie en let even niet op mij." Magere Hein had helemaal niets in de gaten, die zat met z'n ogen dicht. Hij luisterde of hij was in slaap gesukkeld, dat weet ik niet. Ik heb lekker m'n zakkies chips leeggegeten. Toen was het pauze en ik kan je wel vertellen dat m'n oren suisden van de herrie die ik had moeten aanhoren. Komt opeens dat mens naar me toe.
"U bent zeker voor de eerste keer in het Concertgebouw?"
Ik zeg: "Ja, en zoals ik het nu in kan schatten ook voor de laatste keer. Dit was een enkele reis Beethoven."
"Dat lijkt mij een uitstekend idee," zegt die slang.
Haar man vond het kennelijk ook nodig een duit in het zakje te doen. "U weet zich niet te gedragen," zegt 'ie, terwijl hij maar in m'n decolleté stond te loeren.
Ik zeg: "Nee, jíj weet je te gedragen, kruikeduiker." Ik dacht: als 'ie blíjft loeren dan pak ik er één uit, dan hééft 'ie wat te kijken.
Opeens gaat z'n vrouw vlak voor me staan en zegt: "Aan ordinaire dellen zoals u hebben wij geen behoefte."
Ik zeg: "Wat zegt u?"
"Dat u een ordinaire del bent," zegt dat loeder.
"Zo," zeg ik, "vind jij dat?"
"Ja, dat vind ik," zegt ze op een toon waar de kouwe kak vanaf droop.
"Dan zal ik jou eens even laten zien hoe ordinair ik ben," zeg ik en ik haal uit en geef haar zo'n kledder tegen haar harses dat ze tegen haar man aan stuitert, die daarop weer tegen andere mensen aan valt. Het leek wel een slagveld. "Kom op," zeg ik tegen Hein, die van dit alles niks had meegekregen omdat hij bij de koffie stond te wachten, "we gaan."
"Ja, maar het is nog niet afgelopen."
"Ja hoor," zeg ik, "we hebben zojuist de finale gehad. Jammer, je hebt het gemist."
Hij brengt me naar huis en bij de deur zegt 'ie: "Ik kom van de week even bij je langs". Ik wilde nog zeggen: laat maar zitten, maar hij zat alweer in z'n auto.'
'O meid, en wat doe je dan als hij met die enge dunne vingertjes aan je gaat zitten frunniken?'
'Dat doet 'ie niet,' zegt haar vriendin.
'Hoe ben je daar zo zeker van?'
Haar tafelgenote neemt een slok van haar sherry en zegt:
'Hij gebruikt geen vlees, hij is vegetariër.'
© Carl Slotboom / januari 2021