EEN FRISSE VAKANTIE


EEN FRISSE VAKANTIE

 

De kroegbaas, inmiddels in zijn ambt vergrijsd, zat achter de toog als bij een open haard. Dat krijg je wanneer je werkplek je tweede huiskamer wordt. Het ochtendblad lag opengeslagen voor hem, maar echt lezen deed hij niet. Hij bladerde er nonchalant doorheen.

'Jij leest wel heel snel, Bram,' zei de vrouw, die op dit vroege middaguur uit hoofde van haar beroep nog enige vrije uren had te gaan. Vanavond maar weer aan de bak.

'Ik heb geen geduld om al die narigheid te lezen,' antwoordde de kastelein. 'Ik hou het bij de koppen; ik ben een soort koppensneller.'

De deur ging open en een wat sjofele, magere man van middelbare leeftijd kwam binnen. Hij trok een kruk naar achteren, ging zitten, legde zijn ellebogen op de bar en deed er het zwijgen toe. Hij zag er kennelijk geen heil meer in.

De kastelein stond langzaam op, spoelde een glas om, tapte een biertje en zette dat voor de man op de toog.

'Dat 'ie je mag smaken, Fred. Jij ook nog wat drinken, Betty?'

Betty tuurde in haar glaasje, waarvan de bodem in zicht gekomen was en overlegde wat ze zou doen.

'Ik moet nog werken vanavond,' zei ze, 'en je weet dat er met drank op niet gereden mag worden.'

'Stel je voor je rolt van je bed,' lachte de kastelein.

'Geef maar een colaatje.'

'Heel verstandig, meid,' zei de kroegbaas en zette een flesje cola en een glas voor haar neer.

'En, Fred,' wendde hij zich tot de man, die nog altijd geen woord had gezegd, 'nog met vakantie geweest?'

'Hou op, schei uit,' was het antwoord.

'Klinkt niet echt hoopvol,' zei de vrouw, terwijl ze haar cola inschonk.

'Jullie hebben toch een caravan,' wilde de kastelein weten.

'Ja en daar zijn we ook mee weg geweest,' antwoordde Fred.

'Lijkt me heel romantisch,' zei Betty. 'Lekker overal naartoe, pootjes uitdraaien, drankje erbij en genieten. Ja toch?'

'We hebben ook wel genoten,' antwoordde Fred, 'alleen het einde was een beetje lullig.'

'Ja, het is altijd vervelend als je vakantie erop zit en je weer naar huis moet,' vond Betty.

'Nee, dat was het niet,' zei Fred.

'Nou, vertel op dan,' zei de kastelein.

'We hadden een camping besproken. Ik ga niet zomaar op de bonnefooi, dat doe ik niet meer. Stel je voor, je komt 's avonds laat ergens aan en er is geen plek.'

'Nee,' zei de kastelein, 'dan sta je daar met je goeie gedrag.'

'Nou, we hadden de hele handel ingepakt en wij op weg. Helemaal naar het oosten, ergens in de buurt van de Duitse grens.'

'Lekker naast de deur,' vond Betty.

'Ja, dat wilde mijn vrouw graag. We gingen al wat laat weg, ik moest eerst nog van alles doen. Mijn vrouw zei nog: "Laten we morgen maar gaan." Maar daar had ik helemaal geen zin in. Ik had de hele rotzooi ingepakt, de caravan puilde uit. "Nee hoor," zei ik, "we gaan nu."

"Ja, maar het is al bijna half zeven."

"Nou en," zei ik, "we hebben besproken, dus dat zit wel snor."

Afijn, wij op weg. Voordat we de stad uit waren was het al bijna half acht. Ik denk: ik zeg mooi niks, anders wil Marie dat we teruggaan. Maar goed, het leek allemaal voorspoedig te verlopen. Tot aan Amersfoort, toen begon het gelazer; een file waarvan de kop niet te zien was. Ik denk: dit gaat helemaal fout, hier zijn we voorlopig nog niet uit. Er zat geen beweging in. Auto's zover je kon kijken. Inmiddels was het al bijna negen uur.

"Misschien moet je die camping even bellen," zei mijn vrouw,  "en zeggen dat we wat later komen."

Afijn, ik bellen.

"Geen probleem," zei de vrouw van de camping. "U zoekt maar een plekje en morgen regelen we de inschrijving wel."'

'Nou, mooi geregeld toch?' zei Betty.

'Hoe laat kwamen jullie aan?' wilde de kastelein weten.

'Om kwart over twaalf. De slagboom was open. Dat vonden we netjes, ze hadden dus rekening met ons gehouden. Doodstil op die camping, geen mens te zien, Iedereen lag zo te zien al op één oor, want er brandde ook nergens licht. Er waren genoeg plekken vrij en we zochten een plekje onder de bomen. Op onze tenen, om de andere campinggasten niet wakker te maken, hebben we ons heel snel geïnstalleerd. Toen nog een wijntje en om half twee lagen we in bed.

De andere dag om tien uur werd ik wakker. Ik kijk uit het raam en wat denk je wat ik als eerste zie?'

'Een camping, neem ik aan,' zei Betty.

'Een vent in z'n blote reet,' zei Fred. 'Hij stond bij de kraan en op het moment dat ik keek, bukte hij voorover om z'n jerrycan op te pakken. Ik kan je vertellen: geen lekker uitzicht als je nog niet hebt ontbeten. Ik maak Marie wakker en ik zeg: "Marie, we zitten fout."

"Wat bedoel je," zegt ze. Ze was net wakker en had geen idee waar ik het over had natuurlijk.

"Kijk maar effe uit het raam," zei ik.

Afijn, zij kijkt uit het raam en ik zie haar wit wegtrekken.

"Verrek," zegt ze, "allemaal spiernaakte mensen."

Op dat moment wordt er op de deur geklopt. Ik denk: wat krijgen we nou? Maar ja, wat doe je?'

'Je doet open,' zei de kastelein. 'Ja toch?'

'Voor de deur staat een vrouw, helemaal in d'r blootje. Ik schrok me kapot. Ik wist niet waar ik moest kijken. Ze had van alles en alles zat in de juiste volgorde. Het geheel was niet onaantrekkelijk moet ik je zeggen. Maar ja, je wilt toch ook niet gaan staan kijken waar je eigenlijk niet moet kijken, maar eigenlijk wel wil kijken? Zeg nou zelf. Dus ik staar als een soort hypnotiseur strak in haar ogen. Ja, wat moest ik? Ze zal wel gedacht hebben: wat is dit voor idioot?

"Welkom op onze nudistencamping," zegt ze, terwijl ik haar maar aan bleef staren. Ze zou onderhand wel denken dat ik een of andere enge oogziekte had.

Ik zei: "Wilt u even binnenkomen?"

Ja, ik dacht: zo bloot buiten blijven staan is ook geen gezicht. Iedereen ziet je.

"Wat zei u nou?" vroeg mijn vrouw.

"Welkom op onze nudistencamping," zei ze nog een keer.

Verrek ja, dacht ik. Nou, dan kan ze ook wel buiten blijven staan, ze valt niet op.

"Komt u in de loop van de ochtend maar even naar de receptie om u in te schrijven," en weg was ze weer.

Nou ja, lang verhaal kort: we hadden ons vergist. De camping die we besproken hadden lag drie kilometer verderop.

"Inpakken en wegwezen," zeg ik tegen Marie.

"Inpakken en wegwezen?" zegt ze. "Ik pieker er niet over. Ik heb twee dagen gepakt, heb uren in de file gestaan, heb vannacht om kwart over twaalf de pootjes uitgedraaid en nu wil je dat we weer weggaan. Je gaat maar mooi alleen."

"Ja, maar," zei ik, "dit is een nudistencamping, Marie."

"Nou en," zei ze, "dan hoeven we ons ook niet aan te kleden. Lekker makkelijk." Ze doet meteen alles uit en stuitert naar buiten.

Ik wist niet wat me overkwam. Loopt spiernaakt over de camping, alsof het de normaalste zaak van de wereld was. Ik denk: mij niet gezien, ik blijf mooi binnen. Maar ja, het werd warmer en warmer in die caravan en ik dacht: dit hou ik niet de hele dag vol. Marie had inmiddels drie kerels om d'r heen staan en ze waren helemaal bloot. Het zag er allemaal niet uit.

"Kleed je uit en kom naar buiten," zei ze toen ze weer bij de caravan was, "dan gaan we de voortent opzetten."

"De voortent opzetten?" vroeg ik. "In m'n blote gat?"

"Nou, dan doe je je driedelige kostuum aan voor mijn part. Als je maar meehelpt," zei ze en begint meteen de voortent onder uit het bagageruim te trekken. Ja, en wat doe je dan?'

'In je blote kont die voortent opbouwen,' antwoordde Betty, terwijl ze aan haar cola nipte.

'Ik heb me er even overheen moeten zetten, maar ben uiteindelijk toch maar bloot naar buiten gestapt. Heel voorzichtig en met m'n hand voor m'n kruis.

"Wat sta je daar nou met je hand voor je piemelmans," vroeg Marie. "Dat hoef je helemaal niet te doen, want hij is van een dergelijk formaat dat je hem met verrekijker moet zoeken."

Afijn, wij die voortent opzetten. Iedereen kijken natuurlijk.

"Iedereen kijkt naar ons," zei ik. "We staan voor schut in onze blote reet."

"Welnee," zei Marie, "campinggasten gaan altijd zitten kijken als mensen hun voortent opzetten. Bovendien mag je gezien worden, je hebt een knakkig kontje." Meteen knijpt ze in m'n billen. Ik denk nog: het is d'r nou al in d'r bol geslagen. Dat krijg je van dat blootlopen, alle fatsoensnormen worden overboord gegooid.

Afijn, wij weer verder met die tent. Ik geneerde me kapot. Maar weet je wat nou zo gek is? Na een dag bloot rondgelopen te hebben, was het eigenlijk heel normaal. Je bent allemaal hetzelfde, hè? En het is eigenlijk heel lekker fris. Vooral als er een windje staat, hè? Zo'n lekker briesje tussen je billen door. Is weer eens wat anders, zeg nou zelf. Ik moet wel zeggen dat ik ogen tekort kwam. Ja, neem me niet kwalijk hoor, maar ik ben ook maar een mens. Ik denk: ik neem het er maar effe van, ik ben hier nou toch. Twee dagen later stond ik al te jeu-de-boulen met al die blootlopers. Je moet even wennen dat er veel heen en weer zwabbert, maar ach, na verloop van tijd let je daar niet meer op.'

Hier stopte hij even en er verscheen een geheimzinnig lachje om zijn lippen.

'Nou ja, een beetje dan,' zei hij. 'Hoe dan ook, we hebben evengoed een moordvakantie gehad. We zijn die camping niet af geweest. Hoefde ook niet, want er was een leuke supermarkt, een gezellig restaurant en het was prachtig weer. Dan hoef je toch nergens naartoe? Heb ik gelijk of niet? Marie kon d'r geluk niet op, want ze had nauwelijks wasgoed toen we thuiskwamen. Blootlopen heeft zo z'n voordelen. Afijn, toen we weggingen werden we door iedereen uitgezwaaid; bloot uiteraard. Ik denk: ik kijk nog effe goed, nog effe smullen, want het duurt zeker nog een jaar voordat we terugkomen. Toen we door de slagboom reden, zagen we al die bloters wilde gebaren maken. Wij dachten nog: wat zwaaien ze enthousiast, wat leuk is dat. We waren nauwelijks op de snelweg, passeert ons een politieauto, die ons duidelijk maakte dat we hem moesten volgen. Wij naar een parkeerplaats. Ik denk: ik stap maar even uit. Die smeris stapt ook uit, grijpt me bij m'n lurven, draait me om en enkele seconden later stond ik met handboeien naast m'n auto. Ik wist niet wat me overkwam. Marie stapt ook uit en ook zij wordt in de boeien geslagen. Ik zeg: "Wat heeft dit te betekenen?!"

"Dat kunnen wij beter aan u vragen, meneer," zegt die agent. "Maar u mag alles uitleggen op het bureau." Voordat we het wisten zaten we in een politiebusje op weg naar het politiebureau. Hier aangekomen werden we naar een klein kamertje gebracht. Na een paar minuten verschijnt er een kerel in burger. Hij gaat tegenover ons zitten en bekijkt ons langdurig van top tot teen. Op het moment dat ik wilde zeggen: heb ik iets van je an? zegt die pief: "Ik weet niet hoe jullie erover denken, maar ik vind het nogal vreemd dat je spiernaakt achter het stuur zit."

We schrokken ons kapot. We hadden drie weken in onze blote kont gelopen, we waren min of meer gehersenspoeld, we wisten niet beter. We hebben het uitgelegd en met een deken om werden we naar onze auto gebracht. Hier hebben we ons in de caravan aangekleed en zijn naar huis gereden.

Nu weten we ook waarom al die bloterikken zo wild stonden te gebaren toen we door de slagboom reden.

Nou ja, hoe dan ook: volgend jaar gaan we naar dezelfde camping. Lekker fris in onze blote kont lopen. Heerlijk hoor, kan ik je aanraden.'

 

© Carl Slotboom / juli 2021

www.carlslotboom.nl

www.tekstbureau-carlslotboom.nl