DRIE-KUS-SYSTEEM
DRIE-KUS-SYSTEEM
Wij leven in een land waar het 'drie-kus-systeem' wordt gehanteerd. Links-rechts-links, smak-smik-smak.
Ik heb mij altijd afgevraagd waar dit goed voor is. Waarom is één kus niet voldoende?
Verjaardagen, feestjes, reünies, nieuwjaarsbijeenkomsten. Er wordt wat afgekust in dit land en bij een gezelschap van - pak 'm beet - tien personen ben je voordat je het weet
toch al gauw zo'n dertig kussen verder.
Dat moet anders dacht ik jaren geleden al, één kus is meer dan voldoende en in sommige gevallen vind ik die ene al teveel van het goede. Ik dacht een waterdichte methode gevonden te hebben en op het moment dat ik iemand op mij af zag komen die mij dreigde te gaan kussen, riep ik al van verre: 'Eén kus hoor ... niet meer dan één ku...'
'Nee hoor, je krijgt er drie! Kom hier!' en voordat ik het wist werd ik door een kusgrage dame in een soort houdgreep genomen waar geen ontkomen aan was en ja hoor ... links-rechts-links. Nu moet ik daarbij aantekenen dat er dames zijn waarbij ik weleens denk ... nou ... in dit geval mogen het er wel drie zijn. Maar ik roep mijzelf dan onmiddellijk tot de orde, want je moet consequent blijven, ook als het moeilijk wordt. Zeg nou zelf.
Het van verre roepen bleek niet afdoende. Ik was een roepende in de woestijn en ik werd, hoe hard ik ook riep, hoe dan ook gegrepen en hartstochtelijk gekust.
De methode die ik toen begon te hanteren bleek in eerste instantie meer effect te hebben. Als er een dame op mij afkwam strekte ik mijn arm uit en gaf het gevaarte tegenover mij een stevige handdruk. Daarbij hield ik mijn arm zo stijf dat dichterbij komen voor de persoon tegenover mij onmogelijk werd. Na dit een aantal keren te hebben gedaan, merkte ik dat mijn arm zo stijf werd dat ik er dagenlang last van had en dat, wanneer ik dit zou blijven volhouden, een bezoek aan de fysiotherapeut onvermijdelijk zou zijn. Het loste zich vanzelf op. Op een gegeven moment had men mijn spelletje door en werd mijn uitgestoken hand gewoon genegeerd.
'Nee hoor, geen hand, dat vind ik zo onpersoonlijk.' En ja hoor, daar gingen we weer.
Inmiddels weten veel mensen het al en roepen zo gauw ik verschijn: 'Niet kussen, dat wil hij niet.'
Kijk, zo wil ik het graag.
Naast het kussen begon mij het handen schudden behoorlijk tegen te staan.
Ik houd van een stevige handdruk, een slappe hand is alsof je een warme drol tussen je vingers hebt. Nu zijn er mensen die echter zo'n stevige handdruk hebben, dat ik soms het gevoel had, dat ik de botten van mijn vingers hoorde rammelen. 'Ik geef liever geen hand', zei ik op een gegeven moment, 'ik heb artrose.' 'Goed, dan doe ik het heel voorzichtig,' kreeg ik dan als antwoord en voordat ik er erg in had lag mijn hand reeds in die van de ander.
In de loop der jaren merkte ik dat ik heel vaak mensen een hand moest geven die net van het toilet kwamen en waarbij ik mij afvroeg of ze hun handen wel hadden gewassen of mensen die kort tevoren met overgave in hun hand hadden gehoest of geniest. Ik hou van hygiëne en ik vond het idee deze mensen de hand te moeten schudden verre van aantrekkelijk. Ik begon op allerlei manieren het handen schudden te omzeilen en verzon de meest belachelijke smoesjes: artrose, natte eczeem, een enge allergie. Gelukkig kan ik hartstochtelijk en heel geloofwaardig liegen.
Als ik de laatste tijd een ruimte binnenkwam bleef ik staan, maaide vaag met mijn armen in onbestemde richtingen en riep: 'Ik geef even geen hand, ik doe het even op deze manier.'
Niet zelden kwam er dan iemand op mij af, die de dringende behoefte gevoelde mij toch een hand te moeten geven. 'Henk, aangenaam.' Wat doe je dan? Juist! Je wilt tenslotte niet onbeleefd zijn.
Jarenlang heb ik van alles verzonnen om maar niet te hoeven kussen en om maar geen handen te hoeven schudden. Ik heb mij in allerlei bochten gewrongen en allerlei capriolen uitgehaald om de kus en de hand te vermijden. En opeens is daar Corona en blijkt alles mij op een presenteerblaadje te worden aangereikt.
Door dit afschuwelijke virus mogen wij niet meer kussen en mogen wij geen handen meer schudden. Hoe simpel kan het zijn.
De rest van mijn leven zal ik uitsluitend mijn vrouw, mijn kind en kleinkinderen kussen en verder helemaal niemand meer. Kussen afgeschaft en dat geeft een hoop rust. Handen schudden heb ik ook voorgoed in de ban gedaan en een groet zoals men in Oosterse landen bezigt vind ik mooi en gevoelvol.
Zo zie je maar weer hoe gelijk onze filosofische voetballer of - zoals u wilt - voetballende filosoof heeft gehad met zijn uitspraak: 'Elluk nadeel hep se foordeel.'
Het is maar dat u het weet.
© Carl Slotboom / 2020